Emoties voelen we met ons lichaam, niet met ons hoofd. Denk maar eens aan gezegden als: ‘een knoop in je maag’, ‘een gebroken hart’, ‘wat heb je op je lever?’, ‘je buik er vol van hebben’, ‘je gal spuwen’, ‘mijn adem stokte in mijn keel’.
Wanneer we stress, trauma of angst ervaren, gebeurt er van alles in ons lichaam. De adem verandert als eerste mee met onze gemoedstoestand. We houden onze adem in bij spanning: dat is een gezegde, maar gebeurt ook letterlijk. Wanneer we langdurig spanning ervaren, gaan we minder diep en ‘hoger’ ademen. Hoger wil zeggen: niet helemaal naar onze onderbuik. Dit doen we onbewust, zodat we minder hoeven te voelen.
Je hebt vast wel eens gehoord van ‘fight, flight, freeze’ en sindskort is ‘fawn’ daar ook aan toegevoegd. Net als andere zoogdieren schat ons systeem bij gevaar razendsnel in of vechten of vluchten de beste optie is. Als beide niet kunnen, bevriezen we. Ons lichaam staat dan ‘aan’: het gaspedaal is ingedrukt vanwege gevaar. Het lichaam bereid zich voor op de vecht- of vluchtreactie via stresshormonen, spierspanning etc.: de schrik zit in ons lijf, we staan op scherp. Maar tegelijkertijd staan we op de rem, wanneer we niet kunnen vechten of vluchten. Dus kan al die energie nergens heen: we bevriezen.
Wanneer we tegelijkertijd op het gas en de rem staan (in freeze), houden we onze spieren onbewust aangespannen. Dat kost energie. Ons bindweefsel verkrampt ter plekke in een poging de aangespannen spieren te ondersteunen en wordt harder. Dit levert op den duur vele klachten op.
‘Fawn’ is ook een tegennatuurlijke reactie, namelijk het direct overgaan tot ‘pleasegedrag’ in een poging het conflict te vermijden. Ook hierbij kan de vecht- of vluchtreactie niet worden afgemaakt en blijft de spanning in het lichaam, met alle gevolgen van dien.
Andere zoogdieren lossen restspanning zo snel mogelijk op. Wanneer een zebra bijvoorbeeld door een leeuw wordt gegrepen en alsnog ontsnapt en zichzelf in veiligheid heeft gebracht, zal hij eerst een tijdje trillen, schudden en misschien wat spastische bewegingen maken. Dit is zeer functioneel: de spierspanning ontlaadt, het bindweefsel verzacht weer, het hormoonsysteem reguleert zich en de zebra kan daarna weer ontspannen. De zebra loopt geen trauma op. Het maakt de zebra niet uit hoe hij er tijdens dit proces uitziet of wat de andere zebra’s wel niet van hem zullen denken. De zebra heeft ook geen oordeel over zichzelf: ‘dit is wel erg raar, erg veel, stel ik me aan? Wat als dit nooit ophoudt? Ik moet sterk zijn.’
Daarin verschillen mensen van dieren en daar begint ook ons probleem. We willen niet gek gevonden worden, hebben geen geduld met onszelf, en zijn vervreemd van ons lichaam. Trillen wordt bijvoorbeeld gezien als iets negatiefs, iets wat zo snel mogelijk moet ophouden. We zijn bang om de controle kwijt te raken en ontladen zodoende zelden tot nooit.
Ontspannen, dat proberen we wel. Dat vinden we allemaal erg belangrijk. We vertellen elkaar dat er een balans moet zijn tussen inspanning en ontspanning. Artsen vertellen overspannen, burnt out patiënten hoe belangrijk ontspannen is. Je moet dus ontspannen.
Maar wat als dat helemaal niet lukt? De meeste mensen kunnen niet meer echt, diep ontspannen. Dat komt omdat je pas kunt ontspannen als je eerst ontlaadt. Het is onmogelijk om diep te ontspannen, wanneer je in freeze of fawn beland bent, wanneer er talloze vecht- en vluchtreacties in het lijf niet zijn afgemaakt.
Nog een misverstand: om spanningsklachten te hebben, hoef je niet perse diep getraumatiseerd te zijn. Ook kleine, dagelijke spanningsmomentjes die nooit worden ontladen, kunnen op den duur leiden tot klachten. Ons zenuwstelsel maakt daarin geen verschil. Spanning in het lijf is spanning in het lijf: of dat nu is vanwege een vroegkinderlijk trauma of overbelasting van te veel werken. Het één zal wat dieper zitten dan het ander, maar de fysieke ontlading kan er feitelijk hetzelfde uitzien, met gradaties in heftigheid.
Het mooie van dit werk is dat wanneer je eenmaal leert om los te laten en te ontladen, de ontspanning vanzelf volgt. Je hoeft er niet meer naar op zoek, of te ‘hopen dat je even kunt ontspannen’, maar je lijf keert na het ontladen uiteindelijk vanzelf terug naar je natuurlijke staat van zijn: ontspanning.
Het kan wel zijn dat je de eerste periode meer spanning/klachten ervaart, als je met dit werk begint. Dat komt omdat je waarschijnlijk nog onbewust de rem zet op het ontladingsproces. Of omdat er simpelweg veel meer opgebouwde lading zit dan wat je in één keer kwijt kan. Vaak is de ervaring in het begin erg indrukwekkend en hebben we nog een rem op ontladen. We zijn gewend om trillingen in ons lichaam tegen te houden. Bang dat het niet meer stopt, of dat we raar worden gevonden. We zeggen bewust of onbewust tegen onszelf: ‘ik kan hier toch niet gaan liggen huilen of schreeuwen?’. Maar dat is nou precies wel de bedoeling. Tenminste, als dat is wat het lijf aangeeft. Hoe eerder je de controle loslaat en je lichaam vertrouwt in wat het wil doen, hoe eerder je ontspanning zult gaan ervaren.
Bij een gezonde, ontspannen ademhaling zet de buik uit bij inademing en valt weer terug bij uitademing (niet andersom!). Bij veel mensen is de ademhaling verstoord en is het effect van dieper en rustiger ademhalen direct al merkbaar. Het kan ook zo zijn dat je weerstand voelt tegen diep ademhalen, of dat het helemaal niet lukt. Dat betekent dat je lichaam weet dat er dan emoties kunnen loskomen die je misschien nog niet kan dragen, of waar je bang voor bent. Er is dan eerst meer regulatie nodig, en het vertrouwen in jezelf en/of de therapeut mag nog groeien.
Lichaamsgerichte therapie betekent dat we samen kijken waar in je lichaam er spanning zit en hoe groot de lading daarvan is. Deze lading mag er gereguleerd uit. Vaak is het mogelijk om al snel met ademwerk te beginnen, maar soms zit er nog teveel in de weg. Bijvoorbeeld angst voor wat er gaat komen, wantrouwen jegens je lichaam, schaamte, zelfveroordeling of simpelweg dat er nog wat meer vertrouwen moet groeien in de samenwerking met je therapeut. Je kunt je heel kwetsbaar voelen in dit proces. Daarom is het belangrijk om jouw eigen tempo te volgen. Niet het tempo van je hoofd, maar dan van je lichaam.
We kunnen rustig beginnen met bijvoorbeeld geleide meditatie of gewoon een kalm gesprek, gericht op spanningspunten in het lijf. Dit is in gestalttherapie gebruikelijk. We voegen dan nog geen ademhalingstechnieken toe, maar werken via het lichaamsbewustzijn aan meer veiligheid en misschien al een stukje spanningsontlading, voor zover jij dat kan dragen.
In een volledige ademwerksessie gaan we meestal tegenover elkaar op de mat zitten. Het komt ook voor dat ik je vraag te staan of liggen, afhankelijk van de situatie. Daarin mag je vooral zelf aangeven wat prettig voelt en wat niet. Ik begeleid je dan via een bepaalde ademhalingstechniek, om je lichaam de ruimte te geven om te gaan ontladen wat op dat moment nodig is en naar buiten mag komen. Je hoeft dit niet te bedenken, het lichaam weet zelf de weg. Verschillende lichamelijke reacties zijn mogelijk en volkomen normaal: trillen en schudden, spasmen, huilen, lachen, knijpen, schoppen, slaan, duwen, schreeuwen, vloeken, grommen, bijten, spugen, draaien en vloeiende bewegingen.
Agressieve uitingen mogen er zijn en worden opgevangen door bijvoorbeeld in de matras te duwen, op een kussen te slaan of in een doek te bijten. Agressie is namelijk in deze context een onafgemaakte vechtreactie en daarom heel belangrijk om toe te staan en in goede banen te leiden. We moeten agressie niet verwarren met geweld. Het is belangrijk jezelf en je lichaam al deze reacties toe te staan, zonder te veroordelen. Het oordeel van anderen en vooral jezelf, remt je proces en daardoor zet je jezelf weer vast. Bij mij mag je dit alles loslaten, ik vind je niet raar en veroordeel je zeker niet. Ik ben zelf door dit proces heen geweest en heb nog regelmatig eigen sessies waarin ook van alles loskomt wat helemaal niet charmant is. Het is fijn om dit oordeelloos los te mogen laten.
Je kan tijdens de sessie heftige emoties ervaren, maar dat hoeft niet. Soms zijn de emoties al verwerkt, maar het lichaam moet dan alleen de spanning ervan nog opruimen. Mijn begeleiding is erop gericht jou binnen je ‘window of tolerance’ te houden. Dat wil zeggen: geactiveerd, zodat je in proces komt, maar wel binnen de grens van wat je kan dragen. Het is niet de bedoeling dat je overweldigd wordt en hierdoor meer spanning oploopt, of dat je dissocieert. Juist door heel goed in contact te blijven met jezelf, je lichaam, zal de spanning op den duur afnemen. Hierdoor kun je langzaam maar zeker van fysieke spanningsklachten af komen en trauma’s loslaten.
De methode die ik gebruik is BBTRS: Biodynamic Breath and Trauma Release System. Hieronder vind je een filmpje met de oprichter van deze methode: Giten Tonkov, waarin hij precies uitlegt wat het inhoudt en welke elementen belangrijk zijn in het proces. Ook vind je in dit interview een korte oefening, zodat je alvast kan snuffelen aan de methode. Voel vooral goed in wat je aankan en schakel professionele hulp in als het te heftig voor je voelt.
Ik ben erin getraind om op jou af te stemmen, zodat je zoveel mogelijk uit een sessie kan halen. Ik kan je dieper in proces brengen wanneer je dat kan dragen en weer naar rust brengen voordat je ‘uit de bocht’ dreigt te vliegen. Ik zorg ervoor dat je niet dissocieert en als dat onverhoopt toch een keer gebeurt is dat ook geen ramp. Dan breng ik je met zorg en aandacht snel weer terug.
Op den duur leer je met deze methode ook zelf je emoties goed te reguleren, zodat nieuwe spanning minder de kans heeft om op te hopen. Het heeft dus ook een preventieve werking.
Het is mogelijk dit werk online te doen. Wel krijg je met een live sessie meer ‘waar voor je geld’.